Missieblog Tanzania Mtakuja 2010
Op een zonnige vrijdagochtend verzamelde een zonnig allegaartje zich bij gate B36 op Schiphol airport. Het begon goed toen ik naast een onbekende ging zitten die direct tegen mij zei: “ je herkent met zeker niet meer’. Hierna natuurlijk wel. Na deze hernieuwde kennis maken met Evelien werd ons groepje opeens groter toen ook Ella, Frank, Jasmijn en Maryse verschenen. Bij aankomst op Kilimanjaro Airport bleek s’avonds dat ook Astrid zich in ons vliegtuig had verstopt.
Anne had zich langs de douane weten te praten en kwam ons bij de bagegeband al welkom heten. Nadat iedereen (Karlien en Iris stonden netjes in de aankomsthal) weer even aan elkaar had kunnen snuffelen maar ook aan de Afrikaanse lucht ( een mengeling van warmte, stof en de geur van mensen), stapten wij het busje dat ons ook de komende week zou gaan vervoeren en gingen wij op weg naar de TPC suikerrietplantage. Voor de nieuwelingen in Afrika een eerste kennismaking van een typische Afrikaanse zandweg en de bijbehorende rugmassage.
Na aankomst volgde een korte inspectie van de kamers waarna de flessen drank voor de eerste keer op tafel kwamen om op de goede aankomst te toasten.
De zaterdag stond geheel in het teken van het klaarmaken van de apotheek (pillen tellen; zakjes klaarmaken; doseringen uitrekenen; voorraad invoeren in de computer), het kennis maken met de lokale vertalers en de plaatselijke organisatie en het verder snuffelen aan elkaar.
Wij mochten zeker niet klagen over de accommodatie; een hostel gelegen naast de golfbaan (voor de suites van de suikerrietplantage) met daarbij een bar een een restaurant waar elke avond gegeten werd (meestal kip met rijst en aardappelen of kip met pasta en aardappelen of kip met aardappelen en bonen…. ja er werd netjes volgens de schijf van vijf gegeten).
Vanaf zondagochtend volgde een vaste routine; half zeven wekker; zeven uur ontbijt; daarna apotheekspullen pakken en kwart voor acht start klaar voor het busje. Op weg naar de school. Carrousel klaar maken en checken. Meestal rond 13.00 korte lunchpauze (uiteraard met stukje Afrikaanse kip, lekker pezig van het rondlopen) en daarna door. Elke avond apotheek bijvullen en dagevaluatie. Karlien had de structuur er goed in.
We deden de checks in het dorpje wat naast de suikerrietplantage lag. Gerbert (lokale projectmanager van FJ Kilimanjaro) vertelde dat in dit uitgestrekte dorp ongeveer 4500 mensen woonden waaronder ongeveer 1200 onder de 10 jaar. Samen met de kinderen van een masaidorp zou dit onze populatie kinderen voor de komende week worden.
Op zondag begonnen we op de school in het zuidelijke gedeelte van het dorp. En zo’n eerste dag is een beetje wennen. Hoe en waar zetten we alles op? Apotheek in de zon…goed voor de kleur maar hou is het met de warmte? Oh en er moest ook nog rekening gehouden worden met stof en windstoten. Gelukkig hielden Karlien en Iris, onze dagelijkse leiding, hun hoofd koel en hun oren stof vrij en waren we eigenlijk al heel snel een geoliede dieselmachine…eenmaal op gang, niet meer te stoppen!
Die eerste dag was ondanks het feit dat we niet zo heel veel kinderen hebben gezien ( zo’n 140) wel een hele zware; de Afrikaanse warmte, het stof,de huilende kinderen, de onervarenheid met elkaar, het carrousel en de vertalers eiste de nodige energie. Gelukkig konden we bij terugkomst genieten van een koud Kili-biertje om weer even tot ons zelf te komen. Het bleek gelukkig ook al snel dat we qua humor een geweldige groep hadden en er zijn weinig foute opmerkingen en grappen die niet de revue gepasseerd zijn.
Na een douche en wat te eten volgde elke avond de groepsevaluatie op hoogte-en dieptepunten waar elk teamlid even kon spuien, de ellende eruit kon gooien maar waar we ook samen konden genieten van elkaars hoogtepuntjes op zo’n dag.
Omdat de Afrikaanse zon toch al vroeg onder ging, genoten we daarna onder de Afrikaanse maan en sterrenhemel (voor sommigen helaas meer een lucht gevuld met mosquitos) van een drankje. Op een memorabele avond vergezeld van Frank op de mondharmonica, muziek via de iPod en het gekrijs van Hollandse dames zonder veel natuurlijke aanleg voor muziek.
De checks op maandag en dinsdag vonden op dezelfde locatie plaats. Het grootste probleem bleek nog ons TT’tje te zijn (aanduiding voor lokale persoon aangesteld als koffie dame) die het voor elkaar kreeg om de helft van de groep te vergeten bij de koffie, zelf op een stoel koekjes op te peuzelen en met een zuurgezicht extra water te halen als de koffie weer eens op was…
Dinsdagmiddag was de laatste keer dat we op deze school waren en we hadden alle klassen onder de 10 jaar gezien. Natuurlijk ook een paar kinderen die magisch jonger werden in plaats van ouder; we hebben nog even gezocht naar deze bron van eeuwige jeugd maar niet kunnen vinden…
Dit keer eindigde de middag dus niet alleen in het ritueel verbranden van onze aanwezigheid maar ook in een potje voetbal en een afscheidmedley door Frank op de mondharmonica en Maryse in de polonaise.
De volgende ochtend gingen we voor de eerste keer naar de school aan de andere kant van het dorp; hier zouden we de rest van de week checken. Nieuwe locatie…nieuwe problemen. Er waren wel bomen en dus schaduw maar voor de school was ook een groot stoffig schoolplein/voetbalveld/lege ruimte waardoor er ook de nodige wind en stof aanwezig was. Maar in Afrika is voor alles een oplossing en opeens was er zeil en touw en konden er afzonderlijke hoekjes gemaakt worden voor het inschrijven en voor het bloedprikken. Een variatie op het thema je moet geen steen zien maar duizenden mogelijkheden…
Maryse en ik hebben die ochtend geprobeerd voor dagelijkse leiding en coördinatie te spelen en op deze nieuwe locatie een goede indeling voor het carrousel te maken maar dit bleek nog geen sinecure…gelukkig konden we die middag genieten van een rustmiddagje. Op de rustmiddag genoot de ene helft van de groep voor een rustgevend loopje over de golfbaan met een aantal plaatselijke caddies, de bezielde leiding van Frank die ons zijn shuffle/trek aan broek/sta klaar-positie bij het golf toonde. Dit en meer leidde tot een groot aantal foute grappen en onhoudbare lachsalvo’s die in Nederland waarschijnlijk tot directe verwijdering van de baan hadden geleid. De andere helft ging op zoek naar een waterval en vond die ook.
Op donderdag en vrijdag werden op de tweede locatie alle schoolkinderen jonger dan 10 jaar gezien maar natuurlijk ook aanlopers. Ondertussen werd de band met de vertalers ook steeds beter en ging het communiceren met de lokale bevolking door wat woordjes Swahili ook steeds beter. Kom en hier of wacht daar kreeg bijna iedereen een redelijk soepel uit.
De crew van vorig jaar (Karlien, Iris en Anne) hadden natuurlijk wel een kleine voorsprong door de voorkennis maar de rest van de groep haakte aardig in. Alleen de band van Anne met Sister bleek toch wel uniek te zijn:
De donderdag en de vrijdag zagen we ook al een aantal Masaifamilies en wat daarbij zo opviel was de matige conditie van de kinderen; veel groeiachterstanden en ook veel ernstige anemie. Een echte paradox: een mooi en trots volk dat probeert vast te houden aan hun tradities en hun way of life maar daardoor tevens vasthoudt aan het eenzijdige dieet (melk, vlees en bloed) waardoor veel kinderen moeite hebben om zich goed te ontwikkelen. Daarnaast is het ook wel een realitycheck om een 16-jarige massaimoeder met al 4 kinderen voor je te zien staan…en dan vanuit de positie van rijke westerse dokter uitleggen dat als mama het kan betalen ze meer groente en fruit voor de kinderen moet kopen. Afrika een prachtig, maar tegelijk ook gruwelijk continent.
Donderdagavond werd het tijd om de kip te ontvluchten en zijn we die avond in Moshi bij de lokale Afrikaanse variant van een Italiaan gaan eten samen met Gerbert en met zijn gezin. Dit keer pizza! Iedereen genoot volgens mij van deze variatie in het weekmenu…behalve de keuken die het erg veel moeite koste om voor zo’n grote groep een bestelling te doen. Polle polle…
De plaatselijke organisatie had ervoor gezorgd dat er ook lokale artsen bij het project waren. Zo was er regelmatig (in Afrikaanse termen dan) een tandarts aanwezig. En was op vrijdag een oogarts bij de checks die niet alleen onze verwijzingen zag maar zelf ook begon kinderen te zien. Erg leuk.
Daarnaast was op 2 dagen een delegatie van de CCBRT (www.ccbrt.or.tz) aanwezig. Een ngo die zich inzet voor kinderen met een handicap ( cerebral palsy, spina bifida, disabilities in het algemeen) en probeert deze kinderen te helpen (operaties, fysiotherapie, begeleiding van ouders). Zo was er een geweldig manneke ( de gezondste uit zijn gezin) die een aangeboren afwijking van zijn armen had waardoor hij geen ellebooggewricht had en vergroeide polsen.
Met behulp van wat praktische aanpassingen aan zijn schoolbankje kan hij gewoon zijn school afmaken zonder zich in allerlei rare hoeken te wringen om te schrijven.
De zaterdag werden de kinderen van de lokale massaistam gechecked. We waren er al op voorbereid dat we dus veel groeiachterstanden en anemien zouden zien. Het bleek echter nog steeds confronterend om een gezin te zien waarbij alle kinderen een anemie hadden; variërend van erg 2.7 mmol/L waarvoor verwijzing nodig was tot minder erg 5-6 mmol/l waarvoor het hele gezin dan maar aan de ijzer of multivitamines werd gezet. Mooie momenten waren er ook. De moeder met het grote gezin en de doos met medicijnen waarvan je dacht dat die nooit ging onthouden wat voor welk kind in welke dosering was. Als die moeder dan vervolgens precies aan de vertaler met aanwijzen van het juiste kind kan vertellen wat ze moet geven, geloof je toch weer in Afrika.
Na in totaal 1227 kinderen gechecked te hebben, kwam er een einde aan deze missie. Dus moest er op zaterdagmiddag afscheid genomen worden van de school en dit keer ook van de plaatselijke vertalers. Certificaten en Hollandse klompjes werden uitgedeeld, foto’s werden gemaakt. Zelfs ons aller geliefde TT’je wilde opeens de foto’s met ons delen (had ze dat maar met de koffie gedaan).
Nu het over koffie gaat, maken mijn handen automatisch de zin dat ik meer koffie wil. Jasmijn heeft ons namelijk ingewijd in de beginselen van de gebaren taal wat meestal tot lachsalvo’s en grappen leidde.
Terug op de basis moest alle medicatie die over was geïnventariseerd worden en werd de hardware schoongemaakt voor transport naar Nederland. En na een laatste evaluatie ( dit keer op een bankstel in de buitenlucht met jawel muggen) zat het er officieel op.
Die avond werd een natuurlijk nog een drankje gedaan en de volgende ochtend splitste het team zich op.
When friends come together the fun always begins with the first cool sip of Premium Serengeti Lager.
You can drink the beer, if you haven’t climbed the mountain.
Wat blijft hangen, the crew:
Karlien: O leader, My leader
Iris: achter elke leider, een nog sterkere organisator Anne: the babe
Astrid: de stille kracht aan het begin
Frank: de legendarische broekprocedure altijd inzetbaar
Ella: there’s nothing to fear but fear itself
Maryse: ik zie een epiglottis, TUBE
Evelien: een huisarts gaat altijd rustig door
Jasmijn: ain’t no mountain high enough
Zena: nee ik spreek geen Swahili, ik kom uit Suriname
Nadine: aan/uit knop niet gevonden
Nadine van Dijk