Missieblog Kenia West 2011
Zondag 27 maart
Om 8 uur ‘s avonds ontmoeten we elkaar op Kenyatta Airport bij Nairobi. Sommigen van ons zijn net met het vliegtuig in Kenia aangekomen, anderen hebben hier al een aantal dagen vakantie gevierd. Naomi, Nadine en Karlien hebben er net een missie in Nairobi op zitten, waar ze tevreden op terugkijken.
Op het vliegveld horen we dat Liesbeth Lanser er helaas niet bij kan zijn, vanwege een zieke in de familie. We zijn nu met een groep van tien, 9 vrouwen en 1 man, en we zijn er klaar voor. Klaar om te beginnen aan een missie van 7 dagen in West Kenia, waar we uiteindelijk 1150 kinderen zullen checken.
Kenia is weliswaar één van de meest ontwikkelde landen van Afrika, maar de rijkdom is er buitengewoon oneerlijk verdeeld. Maar liefst 50% van de plattelandsbevolking leeft onder de armoedegrens (waarvan de helft minder dan een dollar per dag verdient) en de kindersterfte onder de 5 jaar is met 6,8 % (2007) hoog.
We worden van het vliegveld opgehaald met een busje van Aartsbisschop Makarios III, op wiens uitnodiging we hier zijn. Makarios is bisschop van de Grieks-Orthodoxe kerk in Kenia. Daarnaast sponsort hij 30 primary schools en 15 boarding schools. Op een aantal daarvan gaan we checken. Het seminarie van Makarios ligt in een buitenwijk van Nairobi en na een uurtje rijden zijn we er. Hier staat er een heerlijke maaltijd voor ons klaar en ontmoeten we Marina en Matthew van de Sophia Foundation. Deze Cypriotische organisatie zet zich in voor (wees)kinderen in Kenia en werkt daarbij samen met Makarios. De foundation financiert onder meer voedselprogrammaís op kleuter- en basisscholen van de bisschop. Verder hebben ze samen een weeshuis in Nairobi opgericht. Wat hun werk betekent voor Kenia, wordt mooi geïllustreerd door het verhaal van David, een van onze helpers bij de missie. David is Congolees vluchteling. Als kind verloor hij zijn ouders bij een conflict in zijn dorp. Zelf kon hij overleven door zich tijdens het geweld voor dood te houden. Berooid kwam hij terecht in het weeshuis van Makarios. Met steun van de bisschop en de foundation kon hij studeren en inmiddels is hij opgeklommen tot directeur van het weeshuis.
Maandag 28 maart
Vandaag reizen we af naar de stad Kisumu bij het Victoriameer, op zo’n acht uur rijden van Nairobi. De komende drie dagen zullen we van hieruit naar de dorpjes reizen, waar we gaan checken. We ontbijten om 7 uur. We ontmoeten aartsbisschop Makarios, een beminnelijke man, die ons vanaf nu op al onze dorpbezoeken zal vergezellen.
Het inladen van de spullen kost meer tijd dan verwacht, want niet alle medische spullen – plus onze persoonlijke tassen en rugzakken – blijken in het busje te passen. Uiteindelijk gaan de rugzakken op het dak van de bus. We vertrekken rond elf uur, ruim een uur later dan gepland. In de bus vraagt Nadine ons naar onze persoonlijke drijfveren voor de missie, hoe we reageren op stress en wat anderen dan juist wel of juist niet moeten doen. Handige weetjes, aangezien we met elkaar een intensieve week gaan doorbrengen. Nadine en Naomi zijn onze missieleiders, Nadine voor de organisatorische en Naomi voor de medische zaken. Voor beiden is het de eerste keer. Karlien zal hen ondersteunen.
Tegen zes uur ís avonds komen we aan in hotel Milimani. We zijn blij met de luxe van een bad èn airco op de kamer, ook al blijken niet alle aircoís het even goed te doen. We zoeken de medische spullen uit en zetten alles klaar voor de eerste dag. Daarna gaan we in het hotel aan tafel. We moeten het doen met een wat karige maaltijd, maar na zoín lange dag smaakt het ons prima.
Dinsdag 29 maart
Om 7 uur staat het ontbijt klaar en 8 uur vertrekken we naar de Kesengei School in het gelijknamige dorpje, op ongeveer 2 uur rijden van Kisumu. In de auto vertelt Nadine de taakverdeling voor vandaag voor de carrousel. We werken met 6 stations voor 1. de inschrijving, 2. meten en wegen, 3 bloedprikken en labonderzoek, 4. lichamelijk onderzoek en 5. apotheek. In het zesde station krijgen de kinderen tenslotte uitleg over tandenpoetsen en een gratis tandenborstel mee. Marina en Matthew hebben daar nog een reep chocolade van de Sophia Foundation aan toegevoegd.
De eerste dag zorgt een schooldocent voor de inschrijving, gaan Johanna en Marlies meten en wegen, Matthew en Floor bloedprikken en zorgen Lisette, Robert en Naomi voor het lichamelijk onderzoek. De apotheek wordt bezet door Ria en Madelyn. Waar nodig springt Karlien bij. Verder zal Karlien vandaag – en de verdere missie – vaak ergens buiten op een bankje te zien zijn, achter een laptop. Hier voert ze vast zo veel mogelijk onderzoeksuitslagen in, die voor elk kind op een formulier zijn ingevuld.
Tegen tien uur komen we aan op de eerste school. Nadine selecteert een paar geschikte klaslokalen, waar we snel de carrousel opzetten. Om 11 uur gaan we aan het werk. Het is meteen doorwerken geblazen, want de kids staan al in lange rijen te wachten. Tussen de middag lunchen we in de koelte van een grote boom. Daar laten we ons verrassen door boterhammen met pindakaas en kaas, maar dan wel samengeplakt tussen één dubbele boterham. Dat is wel even wennen.
Aan het eind van de middag hebben we 213 kinderen gecheckt, een mooie score voor de eerste dag. De meesten van ons hebben immers nog geen ervaring met dit werk. Bij de evaluatie blijkt dat we er allemaal goede zin van hebben gekregen. Toch waren er ook negatieve puntjes en werd het een emotionele, eerste evaluatie.
De eerste indruk van de gezondheid van de kinderen is positief: weinig bloedarmoede, weinig ondervoeding, bijna geen schurft. We schrijven dit vooral toe aan het voedselprogramma van de Sophia Foundation. Elke dag krijgen de schoolkinderen tussen de middag een warme maaltijd met rijst, groente en vlees of vis.
‘s Avonds zetten we weer de spullen (medicijnen, priktas) voor de volgende dag klaar. Vooral het tellen van de vitaminepillen en het vullen van de flesjes ijzerdrank kost veel tijd. We zijn allemaal moe, maar de opgeruimde energie waarmee Ria deze klus aanpakt, werkt aanstekelijk.
Woensdag 30 maart
Weer om 7 uur ontbijten en om 8 uur vertrek naar de Panteleimon School in het dorp Kimerek. De weg er heen is zo slecht dat ons busje het niet meer aankan. Het laatste kwartier leggen we te voet af. Dit is beslist geen straf, want de groene, heuvelachtige omgeving is werkelijk prachtig. Bij aankomst worden we overdonderd door een enthousiast groep kinderen die ons opwachten met een swingend welkomstlied. We laten het graag over ons heen komen. Intussen hebben onze chauffeurs de medische spullen uit het busje overgeheveld in de jeep van Makarios, die even later in het dorp aankomt.
De bezetting van de carrousel wisselt vandaag; alleen de artsen blijven op dezelfde plek. We screenen weer op de school en checken vandaag ongeveer 190 kinderen. Aan het eind van de dag moeten we een aantal kinderen helaas ongezien naar huis sturen, evenals een vrouw met problemen rond haar zwangerschap. Zij behoort niet tot de doelgroep, begrijpen we van de leiding.
Aan het eind van de middag zien we veel kinderen rondlopen met een tandenborstel in de hand, in de mond of in de broekband gestoken. We zijn benieuwd wat de eindbestemmingen van die borstels zullen zijn. De kids hebben goed opgelet bij de instructies, daar zal het niet aan liggen. Maar we weten inmiddels dat in heel Kenia ìtandenborstelbomenî groeien. Bewoners van het platteland kauwen op de takjes, waar ze eerst de bast vanaf halen. Het uiterst bittere sap uit de takjes reinigt de tanden en heelt wondjes in de mond. We zijn benieuwd of de tandenborstels de concurrentie van deze bomen zullen doorstaan.
We gaan weer met onze bus terug naar ons hotel en onderweg stoppen we bij even bij een supermarkt voor onze eerste levensbehoeftes: wijn, bier, chips en – dankzij Marlies – (fabrieks)ijsjes. Daarna de evaluatie, waarbij nu de emoties beperkt blijven. ‘s Avonds neemt Marina ons mee uit eten in de stad, bij Hotel Imperial. Een heerlijk buffet, dat helaas niet bij allemaal goed zal vallen. Marlies en Floor brengen die nacht veel tijd door op het toilet.
Donderdag 31 maart
Vandaag checken we op een andere school in Kimerek, met een nieuwe bezetting van de carrousel. Madelyn gaat de artsen versterken en is op die plek helemaal in haar element. Het meten en wegen gebeurt vanaf nu met hulp van een lokale docent. Ik vind het een hectische dag. Matthew snijdt in de apotheek zijn vinger aan een stuk papier. Omdat er geen jodium voor handen is, ontsmet hij de wond met pure dettol. Hij staat even te dansen, maar jawel, de wond geneest wonderbaarlijk snel.
Tussen de middag hebben dorpelingen voor ons een warme maaltijd gekookt. Rijst met witte kool en kip. Op aanraden van Karlien wagen we ons er niet aan, maar het voelt vervelend om het vriendelijke gebaar te moeten weigeren. Gelukkig laat Makarios zich de maaltijd goed smaken. Trots vertelt hij dat hij in Kenia nog nooit ziek is geworden van voedsel. Volgens Marina is hij ‘protected by God’.
Na afloop van het checken trakteren de kids ons op een overweldigend afscheidslied, waar we helaas nauwelijks van kunnen genieten. We moeten weg. Er dreigt een flinke regenbui en we kunnen niet riskeren dat we op de onverharde weg vast komen te zitten in de modder.
In de bus laat Johanna haar nieuwe sjaals zien, die ze vanochtend heeft gekocht bij een verkoopster, buiten voor het hotel. Dat werkt aanstekelijk. Bij terugkomst in het hotel ontstaat er een ware run op het vrouwtje, dat die avond goeie zaken zal doen. Aan het eind van de dag is ze vrijwel door haar hele voorraad sjaals heen.
Vrijdag 1 april
Die ochtend heeft de bus van binnen wel meer kleur (sjaals…) maar zitten er minder mensen in dan anders. Naomi en Lisette zijn vannacht ziek geworden, waarschijnlijk als gevolg van voedselvergiftiging. Ze voelen zich zo beroerd, dat Karlien ze terug naar bed heeft gestuurd. Nadine voelt zich ook niet lekker, maar heeft toch besloten mee te gaan.
We arriveren in het dorp Chipugundi en zetten de carrousel op in de lokale, Grieks-orthodoxe kerk. Dit werkt heel overzichtelijk omdat we elkaar kunnen zien en ook de doorloop van de kinderen in de gaten kunnen houden. Het is een koele en rustige werkplek. Dat laatste hebben we vooral te danken aan Nadine, die de ingang bewaakt. Als een strenge doch rechtvaardige Petra aan de (kerk)poort, selecteert ze de kinderen die naar binnen mogen. En daarbij moet ze heel wat opdringerige moeders en kinderen tegen zien te houden. Haar holle oogjes aan het eind van de dag verraden dat het voor haar een zware dag is geweest.
We zien vandaag veel hoofdschimmel, vooral bij de meisjes, als gevolg van het scheren met geïnfecteerde scheermesjes.
We stoppen vandaag al rond drie uur, omdat we eind van de middag willen doorreizen naar Eldoret. We sluiten af met dankwoorden van de schooldirecteur, de bisschop en Karlien. Karlien doet nog een oproep aan de docenten en de ouders, om toch vooral de haren van de meisjes te laten groeien en zo hoofdschimmels door onverantwoord scheren te voorkomen.
Naomi en Lisette zijn inmiddels opgehaald met de jeep. Ze zien er nog wat pips uit. In de stad Eldoret heeft Marina voor de nacht een soort vakantiepark uitgezocht met losstaande huisjes. We evalueren kort. Er is een heuse bar in het restaurant, waar Marlies, Johanna, Madelyn en Floor gaan borrelen. Daarna gaan we gezamenlijk eten in het restaurant, waar de wijn rijkelijk vloeit.
Zaterdag 2 april
Naomi en Lisette zijn weer redelijk opgeknapt en proberen vandaag weer mee te checken. Als we aankomen in het dorp Chipsaita, worden we weer overvallen door een massa juichende en dansende kinderen die ons een overweldigend welkom toezingen. We kunnen onze ontroering nauwelijks onderdrukken.
Vandaag zitten we deels in klaslokalen en deels buiten. Ik vind de koppies van de kinderen hier opvallend mooi; hoge voorhoofdjes en mooie ronde schedeltjes. Als ik ‘s middags ga wegen en meten, heb ik prachtig zicht op al die kinderhoofdjes. Van een schooldocent begrijp ik dat de meeste inwoners van dit dorp tot de Luhya behoren. Net als vele andere stammen, begrijp ik later van een Luhya-gids, gelooft het Luhya-volk in tovenarij. Ook mijn hoog opgeleide gids, gelooft daar (nog) in. Dat betekent dat ziektes soms worden toegeschreven aan tovenarij, in gang gezet door boosaardige familieleden of buren. De zieke zal daarom vaak (eerst) naar de lokale tovenaar of medicijnman gaan, om de ziekte te laten ìgenezenî en niet (direct) naar een gezondheidspost of ziekenhuis. Het is dan ook goed dat onze medische checks zijn gekoppeld aan de scholen. Het onderwijs fungeert immers vaak als de aanjager van modernisering, ook op het gebied van de gezondheidszorg.
We hebben 203 kinderen gecheckt, waarvan het overgrote deel overigens een redelijk gezonde indruk maakt.
Zondag 3 april
Vandaag hebben we alleen de ochtend om te checken. We gaan weer terug naar hetzelfde dorp van gisteren, om nog een groep kinderen van een andere school te doen.
Het lukt ons om in anderhalf uur nog 103 kinderen te zien. Na afloop blijkt de school voor ons nog een heel afscheidsprogramma in petto te hebben met veel zang en dans van de schoolkinderen. Wat een spektakel, en wat een swing! Een paar meiden nemen hun taak heel serieus en dansen een opzwepende, bijna rituele dans met het gezicht in een grimas en weggedraaide ogen. Speciaal voor Marina hebben ze een ontroerend dank- en afscheidslied gemaakt. De school zou nog uren door kunnen gaan, maar als het twee uur is geworden, vertrekken we. We hebben nog een terugreis van 8 uur naar Nairobi voor de boeg. Tussendoor pauzeren we in het Merica Hotel in Nakuru, waar we afscheid nemen van Matthew. Robert maakt hier voor zijn fotoverslag een serie opnames van onze vermoeide gezichten.
Rond acht uur arriveren we in het seminarie, waar we samen met Makarios onze laatste maaltijd delen. Dan moet er nog worden opgeruimd. Naomi, Nadine, Lisette en Ria tellen en registreren de resterende medicijnen. Robert en Floor zoeken de spullen uit die terug naar Nederland moeten en maken ze schoon. Madelyn is naar boven gestuurd om alvast te pakken, want zij vertrekt de volgende ochtend al om vijf uur. Verder liggen er nog zo’n 400 formulieren te wachten op invoering in de computer. Johanna en Marlies doen hun best de stapel weg te werken. Het was een lange dag en iedereen is bekaf. Tegen 11 uur ‘s avonds valt het besluit om de eindevaluatie door te schuiven naar de reünie. Ook al begrijpen we de achtergrond, voelt dit toch wat katerig. We praten nog wat na en gaan naar bed. De volgende ochtend vroeg nemen we afscheid van elkaar en gaan we elk onze eigen weg, naar huis of naar een lonkende vakantiebestemming in Kenia of Tanzania.
Het was een intensieve week van hard werken, van ís ochtends vroeg tot ís avonds laat. Het was jammer dat de tijd ontbrak om na afloop samen, ontspannen en voldaan, terug te blikken op een indrukwekkende en leerzame week. Dat deden we dan maar ieder voor zich.
Floor Viveen en Johanna de Jong