Missieblog Filipijnen Manilla 2016

We are the world

We are the children

We are the ones who make a brighter day, so let’s start giving

There’s a choice we’re making

We’re saving our own lives

Kippenvelmoment als dit lied aan het eind van de missie samen met alle vrijwilligers en alle MCC-ers wordt gezongen, hand in hand. Daar midden in de sloppenwijk Tondo, boven op het dakterras van het huis van Bless the Children, Sint Martin de Porres, onze partner nu al voor het 5e jaar. Al anderhalve week, sinds onze aankomst in Manilla, is dit onze thuisbasis. Vergeten is even de vermoeidheid, de stroom van kinderen, ruim 900 totaal, die dag in dag uit zich verzamelden, met soms ellendige ziektebeelden en ernstige ondervoeding maar vaak getooid met het belangrijkste kenmerk van de Filipijnse bevolking: de stralende lach.

Voor enkelen van ons, zoals organisatorisch missieleider Yvonne, medisch missieleider Marc, kinderlongarts Noor en kinderlongverpleegkundige Ans was Manilla een warm weerzien met de bekenden van vorige jaren: Eunice, het organisatorische hart van BtC, verpleegkundigen Luisa en Conny, Father Lito Bonifacio de vele vrijwilligers. Het grootste deel van de MCC- groep was echter nieuw, zoals huisarts Eefje en haar partner Tim (advocaat), kinderarts Leonie, as kinderarts Eveline, kinderverpleegkundige Nicole, assistent kindergeneeskunde (nog) niet in opleiding Nathalie, FMO-bankier David en “real estate” man Dirk. Een bont en divers gezelschap, wat binnen een aantal dagen een goed geolied team zal blijken te zijn. Met name is er veel bewondering voor degenen voor wie het medische vak een onontgonnen terrein is: David en Dirk prikken bloed alsof ze nooit anders gedaan hebben en Tim heeft volledige controle over de apotheek.

Dat het zo kon gaan worden wisten we nog niet die eerste dagen. Bepakt en bezakt met alle mogelijk mee te nemen kilo’s tot de max gevuld komen we aan. Naast de medische spullen, knuffels en kleertjes blijkt een groot deel van de bagage te bestaan uit pindakaas, koffie, pepernoten(!) zoutjes en snoep: de toko van Tim zal op de laatste dag van ons verblijf nog lang niet op zijn. Want er wordt goed voor ons gezorgd daar in Tondo: elke dag een ruim ontbijt variërend van macaronisoep en gebakken SMAC tot gebakken eieren, toast en zelfgemaakte kersenjam. De gefilterde koffie van Nicole is een ware hit. Ook overdag komen we niets te kort: Filippino’s houden van snacken, dus behalve heerlijke traditionele Filipijnse gerechten bij lunch en diner komen er ook nog hapjes als gebakken bananen langs op de dag. Manilla is warm, met zijn temperatuur boven de 30 graden en 100% vochtigheid. Stilte zullen we voorlopig niet meer meemaken: altijd is er lawaai, van de galmende kinderstemmen binnen tot de kraaiende hanen en de karaoke buiten, 24 uur per dag.

Een grote verrassing is de airconditioning die op de 2 slaapzalen is, het wordt hier steeds luxer. De slaapzalen verdelen zich spontaan in een – ik ga meestal vroeg naar bed- zaal en een- nog even een drankje doen op het terras-zaal, waarbij Noor regelmatig overloopt naar de terraszaal.

Behalve de fosterkinderen die hier ook in huis slapen (zij hebben geen verzorgers en BtC heeft die taak overgenomen) blijken er nog andere- iets minder gewaardeerde gasten te zijn: Zaza de kakkerlak is met een groot deel van haar familie neergestreken vooral in de douche

en Ratatouille, de reuzerat komt ‘s avonds regelmatig kijken in de keuken of er nog iets te halen valt. Het stelt diverse MCC-ers danig op de proef! Het is iedere dag weer spannend of er water is in douche en wc, maar meestal gaat het prima gelukkig.
De eerste dag wordt gevuld met het weerzien van de kinderen die in de vorige jaren gecheckt zijn en waarvoor sponsoring is gevonden voor operaties van bijv. een hydrocephalus of een aangeboren hartafwijking. Bijzonder is het om Aracel weer te zien, een 7-jarig meisje, vorig jaar gezien met een plots ontstaand afwijkend looppatroon, waarbij op de -met behulp van het MCC geld- meteen gemaakte MRI een tumor te zien was. Op de dag van ons vertrek werd zij geopereerd, het bleek een tuberculoom. Inmiddels is zij helemaal klaar met de behandeling en zagen wij een prachtig meisje met als enig teken nog een streepvormig littekentje in haar nek. Het maakt dat de gedachte in me op komt: we kunnen niet de wereld veranderen maar we kunnen wel de wereld van een persoon veranderen.

Na verhalen van Ans, Noor en Yvonne over TB astma en scabiës volgt de voorbereiding voor de eerste checkdag. Antibiotica wordt gemengd tot drankjes, tafels en stoelen klaargezet. De medicatie geteld en gecontroleerd.

Drie dagen zullen we checken op deze voor MCC bekende plek. Bij aanvang van de eerste dag verzamelen we ons bij de wachtkamer die al vol zit met ouders en kinderen. Behalve dat we contact maken met de kinderen scannen we ook al even wat voor pathologie ons te wachten staat. Eunice, Marc en Yvonne spreken enthousiast iedereen toe, het gebed wordt door Conny uitgesproken met hierin de wens dat de dokters hun werk goed kunnen doen en dan gaan we beginnen! De eerste dag is altijd weer spannend, met name voor degenen die nog niet eerder een missie hebben meegemaakt. Maar het loopt gesmeerd op alle stations, met extra waardering voor het werk dat onze niet-medici met verve doen. We zien kinderen met uitgebreide scabiës, huidinfecties, een gezin met resistente TBC, kinderen met hartafwijkingen en natuurlijk veel “coughandcold”. Tussen de middag zijn we te gast bij een Italiaanse priester die 30 jaar geleden naar Manilla kwam en nooit meer weggegaan is. ’s Avonds eten we in het centrum van Manilla. Wat een contrast met onze wijk. Moe en tevreden gaan we slapen. Na vandaag voelt de groep van relatieve vreemden ineens als een team.

Evelien heeft een briljant idee voor het verwerken van de data die we verzamelen en werkt dat in een ochtend uit. De komende dagen testen we haar systeem en het blijkt fantastisch te werken, het scheelt een hoop handwerk. Ook gemakkelijk voor andere missies van MCC. We zijn allemaal plaatsvervangend trots op haar. Dirk heeft een goochel nepduim mee waar hij zowel de kinderen die op de apotheek komen als ons vermaakt. Pech dus als de duim kwijtraakt, maar gelukkig vindt Yvonne hem. We zien vandaag weer veel kinderen aan ons voorbij trekken. In de avond zijn we weer in het centrum van Manilla, waar we vertrekken bij een restaurant dat zo lawaaiig is dat we elkaar niet kunnen verstaan.

Checkdag 3 slaan de warmte en de vermoeidheid toe. Noor heeft last van de Manilla flu. Veel kinderen trekken aan ons voorbij.
Samen met Conny zien Ans en Noor de kinderen terug van de astmaklas van vorig jaar, het gaat goed met ze, op een enkeling na die niet meer teruggekomen is bij Conny. We geven opnieuw les aan ouders en kinderen, Ans leert de inhalatietechniek en we kunnen de klas uitbreiden dit jaar. Het is een mooie manier om kennis over te dragen. In de avond gaat de groep eten met de plaatselijke Rotary “de Masons” alwaar veel aan karaoke gedaan wordt. Nicole leert aan iedereen de vogeltjesdans.

Dag 4 is een cesuur in de week. Het is Allerzielen, een dag die de Filippino’s doorbrengen bij het graf van hun dierbaren. Die dag zullen wij gebruiken om met een aantal naar een nieuwe locatie in de buurt te gaan, waar we met een andere organisatie zullen werken, namelijk Enfance. Eunice blijkt echter de organisatie vanachter de schermen al goed voorbereid te hebben. Onze nieuwe locatie is een evacuatiecentrum, 2 km uit de buurt BtC. Er zit een groep soldaten die altijd paraat moeten staan ingeval er een ramp is. Zij vinden het een mooie onderbreking van hun dag en helpen ons om dingen op te zetten. Ze willen allemaal met Dirk (Pitt) op de foto. David legt een connectie met de mevrouw van het kleine winkeltje en de komende dagen heeft zij alles voor ons in huis en op de pof.

De checkruimte is groot en vrij open. Dit wordt een prima plek om te checken. Eenmaal terug bij BtC blijkt Eefje een wasmachine te hebben gevonden. Al onze vieze checkshirtjes komen er weer prachtig wit uit!
‘s Middags staat de slumtour op het programma onder leiding van Nympha van Smokey Tours, ooit zelf inwoner van de slum.

Met name voor de groepsleden die voor het eerst op missie zijn is dit een indrukwekkende kennismaking met de vele gradaties die armoede kent. We krijgen het meteen voor de kiezen bij de mensen ‘under the bridge’. De rivier is een natte vuilnisbelt. Er ligt een uitgehold geraamte van een vrieskist aangemeerd: het isolatiemateriaal drijft en dient als containertje voor het afval dat wordt opgevist. Omdat het zo klein is wordt de groep opgesplitst om een kijkje te nemen tussen de hutten die op- en aan elkaar gestapeld zijn langs de kade en onder de brug. Het is er benauwend. Eefje zegt een patiëntje van gisteren gedag. Er gaat een smalle en donkere doorgang richting onderkant brug, waar de Hollandse mannen in hun eentje niet doorheen zouden kunnen zonder te moeten kruipen. Er wonen nog 30 gezinnen achter. Weer in de brandende zon op straat, gaan de deuren van een groot gebouw met geblindeerde ramen op de hoek van de rivier open. Er komt een glimmende pick-up truck uit. De constatering dat iemand dagelijks langs deze armoede rijdt naar zijn privé garage met meer vierkante meters dan 30 gezinnen hebben, wekt wat verbazing. Tegelijkertijd is er het besef van onze eigen welvaart. Het voelt hier al moeilijk om een flesje water in de hand te hebben.

Bij Happyland krijgen we uitleg bij de afval-groothandelaar aan de ingang van de wijk. De hoeveelheid plastic die je als scavenger moet verzamelen voordat je je maaltijd bij elkaar hebt is enorm. Een groepje meiden heeft een hinkelbaan getekend op de weg naast het voorbij denderende vrachtverkeer. Ze herkennen ons van de checks en begroeten ons hartelijk. Het pad Happyland verder in loopt tussen metershoog afval en oude vrachtwagens. Daarachter weer de bedrijvigheid en kleurigheid die Tondo zo kenmerkt. Overal zijn hutten gebouwd, in oude havenbarakken en op het alomtegenwoordige afval. En overal komen kinderen uit. We delen een recordaantal high-fives uit. Er lijkt even een ‘Emergency Hospital’ aanwezig te zijn, maar iemand heeft gewoon zijn hut uit restanten van een ziekenhuis opgetrokken. De gidsen van Smokey Tours zorgen dat we op redelijk tempo het binnenste van Happyland te zien krijgen. Een jongstel pelt duizenden knoflooktenen, een ander gezin verkoopt houtskool, er wordt gerecycled eten verkocht, er klinkt muziek uit een karaokebar en ergens ligt een overledene opgebaard. Zijn familie waakt een week lang over hem. De man zou kerngezond zijn geweest totdat hij een infectie opliep aan een open wondje op zijn been, toen Happyland bij regenval weer eens overstroomde.

We lopen de gangetjes verder door. Iedereen groet. Een paar jongens bieden zelfs een slokje bier en een hapje rijst aan. Aan ons, rijke dokters. Het is onvoorstelbaar. Een groepje jongens basketbalt op een pleintje. Noor krijgt de bal in handen en reageert op deze uitdaging door argeloos een driepuntertje te scoren. Dat hadden ze niet gedacht van deze dame. Ook Noor niet, maar die trekt er een gezicht bij alsof ze dagelijks staat te dunken. Voordat we bij een schooltje aankomen komt een grijze man onder invloed van shabu mopperend naar buiten of het wat zachter kan. We worden daarop in het klaslokaaltje gezet om wat vragen te stellen aan de gidsen. Enkele missieleden demonstreren het hoofdstuk ‘Pak je slaap waar je kan’ uit het MCC handboek, op een plastic stoeltje van 30 cm hoog. Buiten demonstreert een jongetje hoe je jezelf opfrist met een waterton en een bakje. Enthousiast reagerend op alle foto’s die van hem worden gemaakt, kiepert hij de halve ton uit over zijn hoofd. Op de terugweg komt er een jongen met een lelijk zwart gezwel op zijn gezicht naar de doctors gelopen die ineens door zijn straat zwerven. Het ziet er vreselijk uit, maar blijkt Halloween-schmink te zijn (met Hollywood-precisie gedaan).

Onze eigen wijk aan de overkant van de straat voelt ineens aan als een luxe wijk en BtC als een villa. Armoede heeft niet één gezicht of vorm. Op een pleintje achter BtC zien we een herdenking van iemand die vermoedelijk slachtoffer is geworden van het nieuwe drugsbeleid van de regering. Ondertussen vullen de straten zich met geschminkte mensen voor Halloween. We praten na met de gidsen op het terras van BtC. Hoeveel indrukken er ook deze dag weer bij zijn gekomen, waarvan het besef pas bij terugkomst in Nederland echt zal doordringen, het meest indrukwekkend zijn toch wel, opnieuw, de mensen en kinderen. Happyland.

Het contrast met het lekkere Thaise restaurant, waar we buiten eten, en de slum kan niet groter zijn. We verblijven allemaal langer dan nodig in de luxe wc’s. Terug in BtC kunnen we elkaar bij de evaluatie bijna niet verstaan door het lawaai van de Halloween optocht beneden, waar eng geschminkte mensen iedereen de stuipen op het lijf jagen. Leonie valt van de trap maar weet wonderbaarlijk het blad met glazen overeind te houden. We gaan slapen.

De eerste checkdag op de nieuwe locatie verloopt prima. Ali Chemicali Dirk ontpopt zich als een ware tovenaar door allerlei kleurrijke antibiotica te mengen. De soldaten bouwen een tent zodat de kinderen en hun ouders niet in de zon hoeven te wachten, later blijkt hij vooral prima tegen de regen die de hele dag uitbundig gaat vallen, volgens hier een kleine tyfoon, bij ons waarschijnlijk code oranjeJ. We zien de nodige kindergeneeskunde als uit een oud leerboek, maar zoals wij het nooit meer zien: een meisje van 8 met het postuur van een kleuter met een dikke tong (aangeboren niet werkende schildklier) , een kleintje met een hoek in de rug als gevolg van wervel TB. Een patiëntje van Leonie wordt niet lekker en spuugt ter plekke een grote witte worm uit. Never a dull moment!

Die avond gaan we vroeg naar bed, we zijn moe!

De donderdag is een redelijk relaxte dag. Een militair meldt zich bij Noor omdat hij zo hoest, hij wordt beluisterd. De prikkers doen hun werk onder Beethoven om het andere lawaai wat buiten te sluiten. Lito, een pater die ook werkt bij BtC zal bij veel vermoeide MCC-ers een voetmassage doen, waarna je het gevoel hebt dat je de wereld aankan. Het inkloppen van de data is dankzij het systeem van Evelien al klaar voordat we het checken beëindigen,

geweldig! ’s Avonds is er een discussie over het wel (Dirk) of niet (Nathalie) hebben van een vrije relatie en politieke discussies op het terras.

Vrijdag wordt een moeilijke dag: er komt een jongen van 14 jaar met letterlijk de gaten in zijn lijf van de doorgewoekerde tuberculose, al twee jaar bekend maar geen geld om naar de TB kliniek te gaan. Wat moet hij een pijn hebben! Conny en Noor houden het hierbij niet droog. Hij wordt met een vrijwilliger en geld van MCC in de brommertaxi gezet naar de TB kliniek. We gaan terug naar BtC met een Jeepney, een van de veelkleurige jeepachtige bussen die in Manilla rijden. We krijgen van David allemaal 7 pesos voor de rit. Als we ons thuishonk naderen horen we de karaoke muziek al vanaf het dak schallen. Geen tijd om te douchen, tijd voor het ceremoniële deel! Speeches van Yvonne, Eunice en Mark, waarin de diepe waardering en verbondenheid over en weer worden uitgesproken, waarna alle vrijwilligers een certificaat krijgen en een Nederlands klompje omgehangen krijgen. Daarna is er een buffet (er ligt een heus speenvarken met een appel in zijn bek) en zal de nacht nog lang gevuld zijn met karaoke, waarbij onze benjamin Nathalie een hoofdrol heeft.

Vreemd is het om dan op zaterdag nog een halve dag te checken, waarna alle spullen ingepakt worden. Die dag gebruiken we om medicatie te tellen, de laatste gegevens in te voeren en vooral om afscheid te nemen van alle lieve medewerkers in Tondo. Zullen we ze terugzien? Daarna vertrekken we naar de binnenstad waar een laatste nacht in een heerlijk hotel wacht. Pas dan is er tijd om stil te staan bij alles wat er is gebeurd deze week.

Tim en Noor

Filipijnen Manilla 2016